Workshop Tips in de bijstand

Verzorgd door Willem Hamminga & Eduard Geenen

Wederom een workshop live met maar liefst vier ‘weppers’ van het Werkcafe Rotterdam aanwezig. Een nationaal record.

Rond de klok van 14.00 uur begon Celine met haar openingspraatje. Ze vertelde dat de workshops er zijn voor mensen die zich eenzaam voelden in de bijstand, voor mensen die zich schaamden. Celine sprak uit persoonlijke ervaring.

Om kennis te maken met elkaar werden drie oefeningen gedaan. Bij de eerste moesten we op lichaamslengte in een cirkel staan, met zo min mogelijk communicatie. Dat ging uiteraard stroef. De tweede oefening was vergelijkbaar, echter ditmaal op verjaardag en communicatie mocht dit keer wel. Het ging dus ook soepeler. Bij de laatste oefening moest men iemand zoeken die je niet kent en een praatje houden over je passies en hobby’s. Maar vooral niet over je werk. Dat was een pittige opgave, vooral als degene tegenover je geen hobby’s heeft.

Na deze ‘out of your comfort zone’ oefeningen konden de workshops beginnen.

Ronde 1: Willem
Willem Hamminga, de cursusleider, stak in de sous-sol – een paar meter onder straatniveau – van wal met enige tips rondom instanties en welke instantie je van informatie kan voorzien en welke niet. Waar haal je informatie vandaan als je vragen hebt bijvoorbeeld? 14010 werd meermaals genoemd en het gemeenteloket in het stadhuis van Rotterdam.

Eigenlijk heeft Willem, die vertelde in de cliëntenraad van Werk & Inkomen te zitten, ons in het eerste kwartier vooral vragen gesteld. Wat is zoal de persoonlijke situatie van iedereen? Ontvangt iedere aanwezige een uitkering? Een deelnemer gaf aan momenteel in de WW te zitten, maar zal binnenkort ook een bijstandsuitkering ontvangen. De rest (zo’n 6 personen) gaf aan inderdaad in een uitkeringssituatie te zitten.

Willem vertelde over de werkwijze van de gemeente Rotterdam als het aankomt op het beleid omtrent de bijstand. Hij maakte visueel duidelijk dat er twee ‘takken’ bestaan bij de gemeente. Eén tak houdt zich bezig met de aanvragen en het verwerken van de uitkeringsaanvragen zelf. Ook de controle van uitkeringsontvangers is één van hun taken. De andere tak houdt zich bezig met reïntegratie van uitstromers. Hij vertelde o.a. dat deze twee takken op zich niet veel met elkaar te maken hebben.

Ronde 2: Eduard
Eduard Geenen verzorgde de workshop na de pauze, waarin de nadruk lag op concrete tips. Veruit de beste tip is voor de hand liggend, maar desalniettemin belangrijk, namelijk bewust zijn (en in kaart brengen) van de verschillende soorten inkomsten en vaste kosten elke maand. Niet alleen de bedragen, maar ook de momenten van storting/afschrijving. Wanneer er dan een keer onverwachte kosten zijn kan je beter in staat zijn hier mee om te gaan, bijvoorbeeld voortijdig proberen bepaalde kosten te voorkomen of verminderen.

Daarnaast werd gesproken over situaties waarin de gemeente iets als inkomen kan beschouwen, wanneer dat eigenlijk geen inkomen is. Bijvoorbeeld als je een rekening voorschiet voor iemand (familie, vriend, etc) en dit later (gedeeltelijk of volledig) teruggestort krijgt op je bankrekening. Zelfs wanneer duidelijk zou kunnen zijn dat dit een vergoeding is voor een reeds betaalde rekening beschouwt de gemeente dit als inkomen dat opgegeven moet worden. Deze situaties kunnen het best ontweken worden, maar zijn ook in contant geld op te lossen als ze niet te vermijden zijn.

Tot slot kwam er ook een tip naar voren in de vorm van Bijzondere Bijstand. Alhoewel de ervaringen van de groep niet altijd meegevallen zijn, kan dit soms toch een oplossing zijn voor noodzakelijke kosten die je zelf echt niet kan betalen. Hierbij werd verteld dat je je kansen voor goedkeuring kunt verhogen door in een brief duidelijk aan te geven waarom je niet normaal kunt leven zonder deze vergoeding.